Categorieën
Artikelen

WAIS-IV NL komt naar Nederland

Vanaf de zomer 2012 zal Pearson de WAIS-IV NL uitbrengen. Er zijn enkele subtesten toegevoegd en er zijn ook enkele zaken veranderd in de factor en index-structuur. De WAIS-IV NL heeft als doel om de algemene intelligentie te meten van adolescenten en volwassenen. De WAIS-IV NL zal bestaan uit 15 subtesten die uiteindelijk de factoren Verbaal Begrip, Perceptueel Redeneren, Werkgeheugen en Verwerkingssnelheid.  Het Verbaal Intelligentie Quotient (VIQ) en Performaal Intelligentie Quotient (PIQ) zijn komen ter vervallen. Er zijn enkele nieuwe subtests om het meten van ‘fluid reasoning, werkgeheugen en verwerkingssnelheid te verbeteren.

Verbaal Begrip Index
Het Verbaal Begrip bestaat uit de subtesten:

  • Overeenkomsten
  • Woordenschat
  • Informatie
  • (Begrijpen) – deze subtest is optioneel

Perceptueel Redeneren Index
Perceptueel Redeneren bestaat uit de volgende subtests:

  • Blokpatronen
  • Matrix Redeneren
  • Figuur Samenstellen*
  • (Gewichten*) – deze subtest is optioneel
  • (Onvolledige Tekeningen) – deze subtest is optioneel

Werkgeheugen Index
Het Werkgeheugen bestaat uit de volgende subtesten:

  • Cijferreeksen
  • Rekenen
  • (Cijfers en Letters nazeggen) – deze subtest is optioneel

Verwerkingssnelheid Index
De Verwerkingssnelheid bestaat uit de volgende subtesten:

  • Symbool Zoeken
  • Symbool Substitutie Coderen
  • (Figuur Zoeken*) – deze subtest is optioneel.

 

De subtesten waar een * achterstaan zijn nieuwe subtesten.

Figuur samenstellen:
Dit is een visuele versie van de subtest Figuur Leggen. De cliënt ziet een volledige puzzel en selecteert uit zes mogelijkheden drie antwoordmogelijkheden waarmee, wanneer deze gecombineerd worden, de puzzel kan worden nagemaakt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewichten: Bij dit onderdeel wordt er gewerkt binnen een specifieke tijdslimiet, waarin de cliënt een afbeelding ziet met een ontbrekend gewicht of ontbrekende gewichten. De cliënt moet de antwoordmogelijkheid selecteren die de schaal in balans houdt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur Zoeken: Ook bij deze subtest wordt er binnen een specifieke tijdslimiet gewerkt, waarin de cliënt een aantal vormen in een bepaalde opstelling bekijkt en doelvormen markeert.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot slot heeft de WAIS-IV NL ook de mogelijkheid om processcores te berekenen. Deze zijn ontworpen om meer gedetailleerde informatie te verkrijgen over de cognitieve vaardigheden die bijdragen aan de prestaties op een subtest. Bij Blokpatronen wordt een processcore berekend door de prestaties zonder extra tijdsbnonuspunten te berekenen. Ook bij Cijfers en Letters Nazeggen wordt een processcore berekend. Dit is het aantal cijfers en letters dat de clieënt zich herinnert van de laatste correct uitgevoerde reeks.

Bij het onderdeel Cijferreeksen worden maar liefst zes processcores berekend. Er zijn drie processcores die de prestaties van een cliënt op de drie Cijferreeks-taken vertegenwoordigt. Daarnaast zijn er drie processcores die het aantal cijfers dat de cliënt zich herinnert van de laatste correct uitgevoerde reeks op Cijferreeksen Voorwaarts, Achterwaarts en Sorteren vertegenwoordigt.

Tot slot houdt de WAIS-III NL meer rekening met mensen met specifieke problemen, zoals gezichtsproblemen, gehoorproblemen en reactiesnelheid bij ouderen. Daarnaast zijn de psychometrische eigenschappen verbeterd en is de afnameduur van de kernbatterij verkort door betere afbreekregels. Ook zijn er nieuwe normen, uitgebreidere TIQ ranges, verbeterde factorscores en verminderde vloer- en plafondeffecten.

Categorieën
Nieuws

Hersenen ontwikkelen zich trager bij mensen met autisme

In 1939 is autisme ontdekt door Leo Kanner.  Hij noemde het toen nog early infantile autism. Sindsdien heeft zowel Kanner, maar later ook Lorna Wing, veel onderzoek naar autisme gedaan. Er is onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van autisme, te weten:

  • Klassiek autisme
  • PDD-NOS
  • Stoornis van Asperger
  • Desintegratie stoornis van de kinderleeftijd
  • Syndroom van Rett

Tegenwoordig wordt gedacht dat MCDD ook binnen het autistisch spectrum valt, maar deze is nog niet in de DSM-IV opgenomen. Het onderscheid maken tussen deze “vormen” van autisme is vaak lastig. De DSM-V, die verwacht wordt in 2013, zal daarom gaan spreken van een autisme spectrum stoornis in plaats van de losse syndromen binnen het spectrum.

Recent wordt er veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van hersenen bij kinderen met autisme. In de normale ontwikkeling gaat de hersenontwikkeling  snel gedurende de eerste twee jaar. Een kind leert reiken naar voorwerpen, kruipen, staan en lopen. Vervolgens ontwikkelt de taal (rond 1,5-2 jaar) en de frontaalkwabben (3-6 jaar) wanneer kinderen leren om taal te gebruiken ter ondersteuning van hun gedrag. Tot midden in de 20 jaar ontwikkelen de frontaalkwabben zich door zodat planning en organisatie zich steeds meer verfijnd (Berk, 2003).

De hersenen van kinderen met autisme ondergaan in het begin een versnelde groei, waarna een vertraagde rijping van het brein plaatsvindt. Het brein is bij de geboorte vaak kleinere, maar groeit dan heel snel gedurende de eerste twee levensjaren. Dan vertraagd de ontwikkeling waardoor er nauwelijks verschillen zijn in de adolescentie en volwassenheid (Gibson, 2011).

Uit recent onderzoek van het UMCG blijkt dat de spiegelneuronen bij mensen met autisme wel functioneren, maar dat deze zich trager ontwikkelen. Spiegelneuronen helpen ons te begrijpen wat iemand voelt of denkt en wat een ander doet. In gedachten voeren we dezelfde handeling uit en door de spiegel in ons brein begrijpen we beter wat anderen doen. Bij de meeste mensen is de activiteit van spiegelneuronen het grootst tijdens hun jeugd. Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme een zwak ontwikkeld spiegelsysteem hebben op jonge leeftijd, maar dat de activiteit van spiegelneuronen toeneemt naarmate ze ouder worden. Rond hun dertigste functioneert het spiegelsysteem normaal en daarna zelfs bijzonder goed (Keysers, 2011). Deze bevindingen kunnen dus weer bijdrage aan verbeterde behandeltechnieken, met name hoe de spiegelneuronen meer geactiveerd kunnen worden. In Australië is men hier op experimentele basis al mee bezig en de resultaten zijn verbluffend. Het Australische Monash Aflred Psychiatry Reserach Centre biedt behandeling aan middels transcraniale magnetische stimulatie (TMS) bij mensen met autisme. TMS is een tecniek waarbij in specifieke hersengebieden met magnetische pulsjes kleine elektische stroompjes worden opgewekt. Mogelijk gebeurt dit dan ook bij de spiegelneuronen (NWT, 2012). In het artikel van NWT wordt er wel een kanttekening geplaatst of dit nou de oplossing is voor autisme. Immers, het is niet aangetoond dat er een direct verband is tussen het functioneren van het spiegelsysteem en stoornissen in het autistische spectrum.

Al met al kan men dus stellen dat er nog veel onderzoek nodig is om meer en meer duidelijkheid te krijgen over hoe de hersenstructuur bij autisme eruit ziet. Pas dan kunnen er ook goede behandeltechnieken ontwikkeld worden.

 

Literatuur:

  • Berk, L. (2003). Child Development. Boston, Allyn and Bacon.
  • Gibson, J. (2011). Brain growth in Autism, Neuroscience & Neurologie, dd. 17-06-2011.
  • Keysers, C. (2011). Mensen met autisme socialer na hun dertigste door ontwikkeling spiegelsysteem in het brein. Biological Psychiatry, Vol 69 (9).
  • Magneten tegen autisme, NWT Magazine (januari 2012), pg. 32-37.
Categorieën
Nieuws

‘Aardig scheiden’ is flauwekul

Voor de Amerikaanse studie werden 944 gezinnen bekeken. Volgens de onderzoekers lijden kinderen onder een scheiding van hun ouders ook al gaan ze als goede vrienden en zonder teveel poespas uit elkaar. Met deze conclusie kan het geloof dat een ‘vriendschappelijke’ scheiding goed is om de kinderen te beschermen, naar het land der fabelen worden verwezen.
De onderzoekers adviseren om relatietherapeuten in te schakelen om er alles aan te doen om een huwelijk te redden. En mocht het dan toch tot een scheiding komen dan moeten ouders er alles aan doen om hun kroost te beschermen.
Voor het onderzoek werden gescheiden gezinnen en gelukkig en langdurig getrouwde stellen met kinderen bestudeerd.
De gebroken gezinnen werden in drie groepen verdeeld: de co-ouders die op vriendschappelijke voet met elkaar leven, de ouders die elkaar niet meer spreken en de single ouder waarbij de andere ouder geen contact meer heeft met het kind. De ouders werden geïnterviewd toen de kinderen tieners waren en de kinderen werden geïnterviewd toen ze volwassen waren. Het bleek dat kinderen met co-ouders tijdens hun tienerjaren minder gedragsproblemen hadden dan de kinderen uit de overige twee groepen. Maar ze deden het niet beter wat betreft zelfvertrouwen, tevredenheid over hun leven, op school of het uitproberen van sigaretten, drugs en alcohol. Het bleek zelf dat hun schoolprestaties slechter waren dan die van de kinderen uit de groepen waarbij de ouders geen contact meer met elkaar hadden. Ook hadden kinderen waarbij de scheiding van de ouders vriendschappelijk was verlopen vaker op jongere leeftijd seks.  De onderzoekers aan de staatsuniversiteit van Pennsylvanië merkten op dat er slechts enkele resultaten naar voren zijn gekomen die een vriendschappelijke scheiding ondersteunen. Onderzoeker Paul Amoto zegt dat ouders die gaan scheiden hun kind meer advies zouden moeten krijgen om hun kinderen beter te begeleiden tijdens de plotselinge veranderingen in hun leven.

 

Bron: Telegraaf, 02-02-2012

Categorieën
Nieuws

Gamers hebben groter beloningssysteem in brein

Wetenschappers die het brein van gamers hebben onderzocht, vonden dat het frequent spelen van spelletjes is gecorreleerd met een groter hersendeel dat betrokken is bij beloningen. Er lijkt daarbij een functioneel verschil te zijn.

Aan het onderzoek deden 154 14-jarige jongeren mee, die in een fmri-scanner werden gelegd. Dit apparaat is in staat om activatie van hersengebieden te tonen. Bij frequente gamers, jongeren die meer dan 9 uur per week games speelden, werd een verschil in het ventrale striatum gevonden. In dit hersengebied bevinden zich hersencellen die op de chemische boodschapper dopamine reageren, dat een rol speelt in ons beloningsysteem. Wetenschappers troffen in dit gebied meer hersencellen en een hogere activiteit van de cellen aan. Dat wijst op toegenomen dopamineproductie, iets wat met een pet-scan werd bevestigd.

Het is onduidelijk of de toegenomen grootte en activiteit van het ventrale striatum een oorzaak of een gevolg is van gamen. Dit is door de wetenschappers niet onderzocht. Wel heeft een ander onderzoek laten zien dat toegenomen activiteit in het ventrale striatum ervoor zorgt dat deelnemers sneller gamevaardigheden kunnen aanleren. Ook is een toename in de hoeveelheid dopamine in het ventrale striatum gevonden bij drugsverslaafden.

Op een functioneel niveau werd er een verband gevonden tussen toegenomen volume in het ventrale striatum en minder nadenktijd voor het inzetten bij een gokspel. In een andere studie werd al aangetoond dat toegenomen activiteit in het betreffende hersendeel correleert met toegenomen snelheid bij het spelen van een bordspel.

Eerder werd bovendien een verband gevonden tussen gameprestaties en activiteit in hersengebieden die gezamenlijk de basale ganglia vormen. Dit gebied is onder andere betrokken bij het aansturen van motorische functies, wat een verklaring biedt voor het verschil in gamevaardigheden. Daarnaast produceert een onderdeel van de basale ganglia dopamine, dat bedoeld is als input voor het ventrale striatum, waardoor de twee gebieden dus met elkaar in verbinding staan.

Beide hersengebieden zijn samen opgenomen in een feedbacksysteem, wat inhoudt dat de projectie van een deel van de basale ganglia naar het ventrale striatum verder geleid wordt naar andere hersengebieden, waarna de output uiteindelijk weer in de basale ganglia terechtkomt. Dit lijkt relevant te zijn voor gamers, waarbij dus zowel verschillen in het motorische systeem als het beloningsysteem zijn te noteren.

Dit hersensysteem is aangedaan bij parkinson-patiënten, waarbij de dopamine-producerende cellen in de substantia nigra, tevens onderdeel van de basale ganglia, langzaam afsterven. Dit zorgt voor verstoringen in het motorsysteem, waardoor de karakteristieke trillingen optreden. Medicatie, waarbij patiënten op kunstmatige wijze een voorloper van dopamine toegediend krijgen, kan er onder andere voor zorgen dat deze mensen gokverslaafd raken. Dit lijkt verklaarbaar te zijn met de manier waarop de dopamine-afhankelijke hersengebieden met elkaar in verband staan.

 

Bron: Tweakers.nl, november 2011

 

Categorieën
Nieuws

Psychologen moeten meer kritisch zijn over DSM

Psychologen mengen zich op dit moment in de discussie over de totstandkoming van de DSM-5 en waarschuwen voor psychiatrisering van verdriet en pech. In juni sprak The British Psychological Society in een open brief haar grote bezorgdheid uit over het gemak waarmee psychische problemen als ‘ziekte’ of ‘stoornis’ worden gedefinieerd in de DSM-5. Huib van Dis, van het Nederlands Instituut van Psychologen, onderschreef de kritiek van zijn Britse collega’s in het dagblad Trouw.
Jan Derksen, hoogleraar Klinische Psychologie aan de Radboud Universiteit, vindt het een verontrustende ontwikkeling dat de DSM in toenemende mate onderdeel uitmaakt van de psychologische praktijk. ‘Dat betekent een enorme verschraling van het rijke psychologisch-diagnostisch instrumentarium. Want let wel: met de DSM stel je geen diagnose, je classificeert een stoornis aan de buitenkant. Psychologische diagnostiek gaat veel dieper en kijkt ook naar de gezonde kanten van de cliënt, onderzoekt de levensloop en maakt gebruik van observaties en psychologische testen.’
Voor een deel krijgen psychologen de DSM opgedrongen, bijvoorbeeld door de afrekening van behandelingen in dbc’s, die gebaseerd zijn op de DSM-classificaties. Maar ook door de geprotocolleerde behandelpraktijk die vanuit DSM-categoriën is opgebouwd. En door de eisen die aan wetenschappelijk onderzoek worden gesteld. Derksen: ‘Je artikel wordt niet meer geaccepteerd als het onderzoek niet is gebaseerd op de DSM-classificatie’. Maar psychologen dienen ook de hand in eigen boezem te steken, vindt de hoogleraar. ‘Ze moeten zich veel kritischer verhouden tot de DSM en zich niet laten verleiden tot biologisch reductionisme. De DSM moet slechts een bescheiden rol spelen in de diagnostiek. Vergelijk het met een triangel in een orkest.’ Derksen juicht de discussie over de DSM toe, die nu vanuit de psychologische beroepsgroep wordt aangezwengeld.

Bron: www.psy.nl

Categorieën
Artikelen

Lettertype Dyslexie: lettertype biedt uitkomst voor dyslectische kinderen

Al jaren wordt er onderzoek gedaan naar leesstoornissen en welke interventies er wel en niet werken. Recent is er een nieuw lettertype ‘Dyslexie’ genaamd, die dyslectische mensen moet helpen bij het lezen. Het lettertype is ontworpen door Christiaan Boer die zelf dyslectisch is.

Dyslexie kenmerkt zich in problemen met het lezen en schrijven. Men heeft moeite om het verschil te horen tussen klanken als m en n; p, t en k; s, f en g; eu, u en ui. Ook worden klanken vaak verwisseld, zoals  ‘dorp’ en ‘drop’ of ’12’ en ’21’, het zogeheten spiegelen. Tevens gaat het inprenten van reeksen, bijvoorbeeld tafels of spellingsregels. Bij het lezen valt op dat sommige kinderen heel traag lezen en andere weer heel snel, maar dan wel met relatief veel fouten. Bij het schrijven valt vaak het onleesbare handschrift op en bij spelling heeft men moeite om de spellingsregels goed toe te passen (Steunpunt dyslexie).

Wanneer dyslecten teksten lezen, zakt de moed hun vaak in de schoenen vanwege de grote tekstblokken. De regels zijn vaak lang, waardoor kinderen ‘verdwalen’ in de tekst of overzicht kwijt raken op de pagina. Tevens zijn veel teksten uitgevuld op de pagina, waardoor alle regels op elkaar lijken en een dyslect dus geen herkenningspunten meer heeft  (www.studiostudio.nl). Dit heeft Christiaan Boer er toe gedreven om verder na te denken over hoe dit probleem aangepakt kan worden.

De grootste verschillen tussen traditionele lettertypes en het lettertype Dyslexie is dat het zwaartepunt van de letter laag ligt, waardoor de kletter niet snel ondersteboven gedraaid zal worden. Daarnaast zijn de openingen van de letters groter, waardoor de vorm van de letters verduidelijkt worden en ze zo minder op elkaar lijken. Ook de hoogte van sommige letters is vergroot, zodat ze minder op elkaar letten. Sommige letters zijn iets schuin gezet op basis van de geschreven letters. Ook hierdoor worden de verschillen ten opzichte van elkaar groter. Ook letters die veel op elkaar lijken zijn ten opzichte van elkaar veranderd door bijvoorbeeld een langere stok of staart te krijgen. Door de verschillende hoogtes van letters, krijgt elke letters zijn eigen karakter waardoor ze minder op elkaar lijken. Ook de ruimte tussen letters en woorden is groter zodat ze de ruimte hebben (www.lexima.nl). Door hier te klikken kan men enkele voorbeelden zijn van het lettertype.

Dyslexie
Andere algemene tips die goed werken voor kinderen met dyslexie is om een stuk tekst op te delen in meerdere alinea’s en de tekstkolommen niet breder te maken dan 6 à 9 woorden. Het opdelen in kolommen met genoeg ruimte tussen de kolommen kan dus ook helpen. In plaats van tekst uitvullen is het wenselijk om de tekst links uit te lijnen (studio studio).

De universiteit van Twente heeft in 2010 onderzoek gedaan of dit lettertype inderdaad dyslectische kinderen helpt bij het lezen. Er hebben 21 dyslecten  en 22 normaal lezende studenten deelgenomen aan het onderzoek. Ze hebben de Een-Minuut-Test en de Klepel twee keer gelezen. Eén keer in het lettertype Arial en één keer in het lettertype Dyslexie. Hypothesen in dit onderzoek waren:

1) de leessnelheid bij dyslecten zal toenemen
2) de accuratesse bij dyslecten neemt toe
3) de leessnelheid van niet-dyslecten neemt toe
4) de attitude van de deelnemers naar het lettertype dyslexie is positief.

De resultaten op basis van dit onderzoek leverde geen significant verschillen op voor de leessnelheid, maar er waren wel enkele positieve en negatieve effecten gevonden voor de accuratesse. Enkele specifieke leesfouten verminderen, terwijl andere toenemen. Over het algemeen werden er bij de groep dyslecten minder fouten gemaakt wanneer er werd gelezen met het lettertype Dyslexie. Wat betreft de attitude blijkt dat de dyslecten positief zijn over het lettertype. Op de vraag of ze het ook wilde gaan gebruiken werd ongeveer even vaak positief als negatief gereageerd. Mogelijk speelt hierbij een rol dat anderen dit lettertype niet gebruiken of niet mogen (Leeuwen, 2010).

Concluderend, dit nieuwe lettertype kan dus uitkomst bieden. Er moet nog een PR-offensief komen, zodat dyslecten ook daadwerkelijk dit lettertype gaan hanteren. Via Studio Studio is het lettertype te bestellen.

 

Categorieën
Nieuws

ADHD zichtbaar in de hersenen

Het is lastig om de diagnose ADHD te stellen, het gaat tenslotte om gedragsproblemen. Onderzoekers hebben nu echter afwijkingen in de hersenen van kinderen met ADHD ontdekt.
Deze ontdekking kan in de toekomst wellicht bijdragen aan het stellen van de diagnose. Op die manier zal het minder vaak voorkomen dat kinderen onterecht de diagnose ADHD krijgen, of dat kinderen met ADHD niet gediagnosticeerd worden.
HersenactiviteitMet behulp van een MRI-scan hebben onderzoekers van het Albert Einstein College of Medicine in New York de hersenen van 36 kinderen tussen de 9 en 15 jaar in kaart gebracht. De helft van deze kinderen had de diagnose ADHD. De onderzoekers vergeleken de hersenactiviteit van de kinderen tijdens het uitvoeren van verschillende taken.
Bij de kinderen met ADHD was de hersenactiviteit in verschillende hersengebieden anders. Het betrof vooral gebieden betrokken bij de verwerking van visuele informatie die aandacht vraagt. Ook was de communicatie tussen verschillende hersengebieden bij de kinderen met ADHD verstoord.
Concentratieproblemen”Onze resultaten laten zien dat kinderen met ADHD andere hersengebieden gebruiken om bepaalde informatie te verwerken.”, aldus onderzoeker Xiaobo Li. “Wellicht is dit de oorzaak van de problemen die de kinderen ervaren.” Volgens Li lag de aandacht in het ADHD-onderzoek veel te sterk op de impulsiviteit. “De concentratieproblemen zijn net zo belangrijk.”
ADHD, Attention Deficit/Hyperactivity Disorder, is een van de meest voorkomende aandoeningen bij kinderen. Globale kenmerken van ADHD zijn: hyperactiviteit, problemen met aandacht, druk gedrag en impulsiviteit. De Gezondheidsraad gaat ervan uit dat in Nederland 2 procent van de kinderen tussen vijf en veertien jaar ADHD of een ADHD-aanverwante stoornis heeft. Dat zijn ruim 40.000 kinderen. Een dubbel aantal kinderen heeft minder ernstige stoornissen of niet alle symptomen van ADHD.

 

Bron: A. Hoogland, gezondheidsnet

Categorieën
Test review

Test Review Vineland-Z

Informatie van de testuitgever

De Vineland-Z bestaat in totaal uit 225 items die verdeeld zijn over drie domeinen: (1) Communicatie (Com, 67 items), (2) Dagelijkse Vaardigheden (Dag, 92 items), Socialisatie (Soc, 66 items). Het domein Communicatie richt zich op communicatie in de ruimste zin door middel van mimiek, gebaar, gesproken (receptief en expressief) en geschreven taal. Het domein Dagelijkse Vaardigheden richt zich op een groot aantal aspecten van de zelfverzorging, de huishoudelijke taken en het zich aanpassen aan de maatschappelijke regels. Het domein Socialisatie richt zich op het omgaan en rekening houden met anderen in de ruimste zin, en deelname aan sociale activiteiten. De afname van de schaal geschiedt d.m.v open interview met de ouder(s)/verzorgers/begeleiders. De actieve medewerking van het kind of jeugdige is dus niet vereist. De interviewer vult tijdens het gesprek het schaalformulier in. Afname van de survey-versie kost tussen de 20 en 60 minuten.
De Vineland-Z wordt uitgegeven door Pearson en kost €95,- incl. BTW.

Cotanbeoordeling

Uitgangspunten bij de testconstructie: goed
Kwaliteit van de testmateriaal:  goed
Kwaliteit van de handleiding: goed
Normen:   goed
Betrouwbaarheid:  goed
Begripsvaliditeit: goed
Criteriumvaliditeit:  goed

Eigen ervaring:
Een praktische vragenlijst welke eveneens een mooi beeld schetst van het niveau van sociale zelfredzaamheid. Ik neem hem alleen af wanneer het IQ lager uitvalt of wanneer er grote problemen zijn in de zelfredzaamheid. Net zoals bij de SEO, kunnen ouders zich goed in denken wat een bepaald niveau betekent. Tevens zijn er duidelijke antwoordcategorieën waardoor het scoren snel en eenvoudig gaat wanneer men psycho-diagnostische kennis bevat. Het omzetten naar normscores en de betekenisverlening hiervan vergt even goed inleeswerk in de handleiding.

Categorieën
Nieuws

De WISC-IV en WISC-V, bericht van Pearson

De WISC-IV zal niet in een Nederlandstalige bewerking uitgegeven gaan worden. In Nederland wordt gewacht op de uitgave van de Amerikaanse WISC-V en hiervan zal een Nederlandstalige bewerking ontwikkeld worden.

De reden hiervoor is dat indien nu de WISC-IV bewerkt zou worden, deze pas 3 jaar later op de markt zal verschijnen. In de US wordt momenteel al gewerkt aan de ontwikkeling van de WISC-V, wat zou betekenen dat de WISC-V-US en de WISC-IV-NL publicatie zo dicht bij elkaar liggen dat het meer zinvol is om de WISC-V ook voor het Nederlandstalig gebied te bewerken. Op die manier lopen we in Nederland qua theoretische onderbouwing en doorontwikkeling weer gelijk met de US. Om toch te zorgen dat er niet te lange tijd verstrijkt tussen de WISC-III-NL en de WISC-IV-NL is er nauwe betrokkenheid bij de ontwikkeling in Amerika en kan er zo vroeg mogelijk gestart worden met het bewerken van de WISC-V. Momenteel is er nog geen informatie over de WISC-V beschikbaar, omdat er nog geen definitieve versie is. De ontwikkeling in de US is gestart maar bevindt zich nu in de derde pilotfase. Hier in Nederland kunnen we pas starten als zij de standaardisatiefase ingaan.

Op het moment dat wij kunnen beginnen, duurt het nog minimaal 3 jaar voor de uiteindelijke publicatie plaatsvindt. Op zijn vroegst spreken we over 2016.

Bron: Pearson

Categorieën
Test review

Test Review SEO

Informatie van de testuitgever

De SEO is een vragenlijst gebaseerd op Dosen waarmee middels voorzichtig een schatting gedaan kan worden van de sociaal-emotionele ontwikkelingsleeftijd. Aan de hand van een interview waarbij ouders gevraagd wordt naar gedrag van hun kind, wordt informatie verkregen die men scoort aan de hand van fases. Naast het traditionele interview is er sindskort ook een kleurenprofiel te maken. Graviant geeft de SEO kleurenprofiel uit. Deze kost €79,- incl. BTW.

Cotanbeoordeling

Geen beoordeling

 

Eigen ervaring:

De SEO is een fijn interview om met ouders te praten over de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het is een open interview. Het later scoren in de fases, vraagt enige ervaring. Vaak houd ik naast de vragen ook de fases bij de hand tijdens het gesprek zodat ik meteen kan controleren of ik alle informatie heb om het onderwerp te scoren in een van de fases. Ik merk dat dit interview meer praktische informatie oplevert voor ouders qua niveau, dan bijvoorbeeld alleen een IQ-cijfer. Doordat er uitspraken gedaan wordt over de fase waar het kind in zit, kunnen ouders ook beter hun verwachtingen bijstellen. De fases zijn  heel fijn gekoppeld aan leeftijdscategorieën.