Categorieën
Nieuws

Lessius Antwerpen en Universiteit van Gent onderzoeken samenhang WPPSI-R en WPPSI-III

Lessius Antwerpen en Universiteit Gent zijn  momenteel druk bezig met onderzoek waarin de scores op de WPPSI-R vergeleken worden met de scores op de WPPSI-III. Een vaststelling in de praktijk bleek de verschillen in scores bij het testen met de “oude” (WPPSI-R) én de “nieuwe” WPPSI bij eenzelfde kind. De universiteit ontving enkele vragen over de resultaten van deze (her)testings, vooral bij de jongste, zwak scorende kinderen. Voor vergelijkingen tussen IQ-scores bij herafname met een nieuwere versie van een IQ-test wordt vaak verwezen naar het Flynn-effect. Maar het betreft hier meestal vaststellingen waarbij de WPPSI-III score hoger blijkt dan WPPSI-R score. Via deze link kunt u doorklikken naar het volledig artikel lezen.

Tot dusver zijn de volgende resultaten gevonden:

  • Er is onderzoek naar de relatie tussen IQ scores tussen WPPSI-R (e.a.) vs. WPPSI-III maar zeer beperkt qua hoeveelheid kinderen, “IQ-range” en te weinig essentiële vergelijkbare subtests;
  • Het CHC-model is een mogelijke basis voor verschillen te verklaren; het is zinnig dit op onze Vlaamse populatie te onderzoeken.

Dus… hierbij een oproep om ons uw data te bezorgen!!

  • In welke gevallen?
    Data van elk kind dat de voorbije 5 jaar met de WPPSI-R én de WPPSI-III getest werd.
    Wij vragen geanonimiseerde data en verzekeren u ook anonimiteit van de onderzoeksdata.
    We willen in elk geval naast enkele personalia (geslacht, leeftijd, etc.) en afname-datum, wel ook het hertest-interval, de reden van hertesting en de (eventuele) klinische diagnose van u vernemen.
  • Hoe ons die data bezorgen?
    Surf naar https://www.testpracticum.ugent.be/ en klik op “WPPSI-R / WPPSI-III Onderzoek”
    U vindt daar antwoordformulieren die u ons kan bezorgen; info op itemniveau is niet noodzakelijk.
    U kan ook ons ook een kopie van de scorebladeren bezorgen, via fax (09.264.62.63), via mail (testpracticum@ugent.be) of via post (Testpracticum PPW, H. Dunantlaan 2, B9000 Gent)

Wij hopen via deze oproep enkele tientallen observaties van jullie te mogen ontvangen, om inzichten te verwerven en eventueel richtlijnen te kunnen meegeven vanuit een eerder klinische populatie. Wij kunnen u ook nog meedelen dat vanuit de Lessius Hogeschool, samen met de UGent, plannen bestaan om soortgelijk onderzoek op te zetten, op korte termijn, bij een normale populatie en bij hoogbegaafden, kwestie van data te verzamelen over het ganse spectrum van begaafdheden.

Categorieën
Nieuws

Erasmus universiteit doet onderzoek naar pestgedrag bij basisschoolkinderen

Op 21 basisscholen in Rotterdam doet het Erasmus MC onderzoek naar pestgedrag van jonge kinderen in de groepen 3 tot en met 5. Dit onderzoek is onderdeel van Generation R, waarin duizenden kinderen van geboorte tot volwassenheid worden gevolgd.
Het is voor het eerst in Nederland dat zeer jonge kinderen worden onderzocht op hun eigen pestgedrag.
De kinderen in de leeftijd van 6 tot 9 jaar doen mee aan een computerspel en moeten vragen beantwoorden over een schoolreis. Eén van de vragen is wie ze willen dat er meegaat in de bus. De antwoorden kunnen de onderzoekers inzicht geven in het pestgedrag onder klasgenoten.
Slachtoffers van pesten zijn onzeker en hebben minder zelfvertrouwen, zeker als ze op jonge leeftijd al gepest zijn. Er is tot op heden weinig bekend over het tegengaan van pesten. Het Erasmus MC hoopt dat dit onderzoek kan bijdragen aan het ontwikkelen van een anti-pestmethode en meer inzichten oplevert over het effect van pesten op jonge leeftijd.

Bron:RTV rijnmond

Categorieën
Test review

Test Review: Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst

Informatie van de testuitgever
De Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst (NPV-J) is een persoonlijkheidsvragenlijst voor het meten van de eigenschappen Inadequatie, Volharding, Sociale Inadequatie, Recalcitrantie en Dominantie. De vragenlijst is bedoeld voor kinderen van 9 tot en met 15 jaar oud. Bijna alle items worden beoordeeld op een vierpuntsschaal: JA=2, ?=1, NEE=0. Als een item overgeslagen wordt krijgt het de score 1. De afname duur is ongeveer 20 tot 30 minuten.

Omdat de NPV-J inmiddels ongeveer drie decennia geleden is ontwikkeld, is besloten om deze te herzien naar de NPV-J-2. Bij de herziening van de NPV-J werd ernaar gestreefd om items met ouderwets aandoend taalgebruik zoveel mogelijk aan te passen of te verwijderen. Daarnaast werden de items gescreend op moeilijkheid (taalgebruik en formulering) en inhoud. Op basis daarvan werden items aangepast of verwijderd en werden nieuwe items toegevoegd. Daarbij werd het aantal items per subschaal gelijk getrokken, waardoor het beter mogelijk is om de scores en betrouwbaarheden met elkaar te vergelijken. De NPV-J wordt uitgegeven door Pearson en kost €215,- incl. BTW.

 

Cotanbeoordeling
Uitgangspunten bij de testconstructie: goed
Kwaliteit van de testmateriaal: goed
Kwaliteit van de handleiding: goed
Normen:  voldoend
Betrouwbaarheid: voldoende
Begripsvaliditeit: goed
Criteriumvaliditeit:  voldoende

Eigen ervaring:
De NPV-J is een korte vragenlijst om een inschatting te kunnen maken van de persoonlijkheid van kinderen. Het lastige bij het invullen, is dat de antwoorden een beetje gechargeerd zijn. Het kind kan alleen ja, nee of ? antwoorden. Tevens zijn het ondanks de korte afname duur veel vragen. Mijn ervaring is dat kinderen het niet erg vervelend vinden om de vragen te beantwoorden. Je krijgt vervolgens een mooi beeld van hoe de verschillende domeinen, ten opzichte van leeftijdsgenootjes, ontwikkeld zijn. In het kader van persoonlijkheidsonderzoek mag deze vragenlijst zeker niet ontbreken!

 

Categorieën
Test review

Test Review: Familie Relatie Test

Informatie van de testuitgever
De Familie Relatie Test (FRT) meet hoe een kind de relaties met zijn of haar gezinsleden beleeft. De test kan afgenomen worden bij kinderen van 4 tot en met 12 jaar. De test is een snelle en kindvriendelijke methode om informatie te verzamelen over hoe een kind de relaties binnen het gezin beleeft. Het kind kiest uit kartonnen figuren diegenen die het meest op zijn gezinsleden lijkt en middels kaartjes met positieve en negatieve zinnen bepaalt het kind op wie de desbetreffende zin het meest van toepassing is. De kaartjes worden in de brievenbus bij het desbetreffende gezinslid gestopt. De resultaten geven aan hoe positief/negatief het kind emotioneel betrokken is bij de gezinsleden. De afnameduur is ongeveer 30 minuten.
De FRT wordt uitgegeven door Pearson en kost €759,93 incl. BTW.

Cotanbeoordeling
Uitgangspunten bij de testconstructie: voldoende
Kwaliteit van de testmateriaal: voldoende
Kwaliteit van de handleiding: voldoende
Normen: onvoldoende (geen klinische normen)
Betrouwbaarheid: onvoldoende (geen onderzoek)
Begripsvaliditeit: onvoldoende (geen onderzoek)
Criteriumvaliditeit: onvoldoende (geen onderzoek)

Eigen ervaring:
Deze test is inderdaad een kindvriendelijke manier om achter de emotionele betrokkenheid met de gezinsleden te komen. De kinderen zien het vaak als een soort spelletje en vinden deze manier van werken fijn. Het scoren en uitwerken van de test is even wat intensiever. Middels bijgeleverde bladen voor grafieken kan men mooi een weergave maken van de betrokkenheid.
Voor sommige kinderen is deze test niet zo fijn, zoals ik hierboven beschreef. Zeker kinderen met loyaliteitsproblemen vinden de negatieve zinnen moeilijk toe te bedelen aan bijvoorbeeld hun ouders. Er gaat dan snel veel kaartjes naar Meneer Niemand. Soms liet ik Meneer Niemand weg, omdat ik merkte dat het kind alle negatieve kaartjes hier heen stopte. Dit moet natuurlijk wel meegenomen worden in de uitwerking van de test!

Categorieën
Test review

Test Review: Competentie Belevingsschaal voor Kinderen

Informatie van de testuitgever
De Competentie Belevingsschaal voor Kinderen (CBSK) meet de competentie, eigen functioneren en zelfbeoordeling van kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar. De CBSK geeft een indruk van de wijze waarop een kind zichzelf ervaart en hoe hij/zij zijn eigen vaardigheden en/of adequaatheid op een aantal relevante levensgebieden inschat. De vragenlijst bestaat uit 36 items verdeeld over zes subschalen: 1. Schoolvaardigheden, 2. Sociale Acceptatie, 3. Sportieve Vaardigheden, 4. Fysieke Verschijning, 5. Gedragshouding en 6. Gevoel van Eigenwaarde. Het scoren geschied middels 6 scoresleutels. De afname duur is ongeveer 15 tot 20 minuten.
De CBSK wordt uitgegeven door Pearson en kost €240,- incl. BTW.
Cotanbeoordeling
Uitgangspunten bij de testconstructie: goed
Kwaliteit van de testmateriaal: goed
Kwaliteit van de handleiding: goed
Normen: voldoende
Betrouwbaarheid: voldoende
Begripsvaliditeit: voldoende
Criteriumvaliditeit: onvoldoende (geen onderzoek)

Eigen ervaring:
Zoals ik eerder al beschreef bij de CBSA, ben ik fan van korte vragenlijsten die snel een betrouwbaar beeld geven van hoe een kind zichzelf ziet. Vaak nam ik deze test af alvorens ik begin met een psychologische behandeling. Bij afsluiting deed ik hert nogmaals. Kinderen en ouders vinden het leuk om de verschuiving in de grafiek te zien. De test spreekt voor zich en kinderen kunnen het eenvoudig invullen. Het scoren middels die doorzichtige sleutels gaat snel en eenvoudig. Het viel mij op dat kinderen het vaak niet eens vervelend vonden om deze vragenlijst in te vullen.

Categorieën
Nieuws

Individuele behandeling voor KOPP-kind

Al jaren bestaan er vele lotgenotengroepen of praatgroepen voor zogeheten KOPP-kinderen. KOPP-kinderen hebben een ouder met psychiatrische problematiek. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat KOPP-kinderen zelf ook een grotere kans hebben op psychiatrische stoornissen.

De Rijksuniversiteit van Groningen heeft nu een individueel programma ontwikkeld voor kinderen van ouders met angst- of depressieve problemen. Het voordeel van dit programma lijkt het individueel karakter. De meeste huidige praatgroepen zijn vaak een mix van kinderen waarvan de ouders verschillende problemen hebben.

De methode gaat STERK heten. De S staat voor samen, de module waar het sociale netwerk van kinderen centraal staat. De T staat voor trots op jezelf, daarin komt aan de orde wat een kind goed kan en wat zijn sterke kanten zijn. E is emotie. De R verwijst naar rotproblemen oplossen.  En de K tenslotte staat voor kijk wat ik doe!. Kinderen krijgen strategieën aangeboden om de strijd aan te binden met hun eventuele angst- en somberheidsklachten.
STERK staat officieel voor Screening & Training: Enhancing Resilience in Kids, het vergroten van de veerkracht van kinderen. Maar de letters staan ook voor de vijf modules waar de training uit bestaat. ‘Het gaat om een complete individuele behandeling van twaalf bijeenkomsten op basis van cognitieve gedragstherapie. Het protocol wordt in nauw overleg met de kinderen toegesneden op de doelen die zij zelf naar voren brengen. De persoonlijke trainer heeft twee zittingen met ouders en kinderen samen en tien zittingen met het kind alleen.’

De RUG is nog op zoek naar deelnemers. Klik hier om naar de site van het onderzoek te gaan, er meer over te lezen en/of je aan te melden.

Categorieën
Test review

Test Review: Competentie belevingsschaal voor adolescenten (CBSA)

Informatie van de testuitgever
De CBSA heeft tot doel het in kaart brengen van emotionele- en/of gedragsproblemen bij adolescenten. De test is bedoeld voor jongeren van 12 tot 18 jaar. De CBSA geeft een indruk van de wijze waarop een kind zichzelf ervaart en hoe hij zijn eigen vaardigheden en adequaatheid op een aantal relevante levensgebieden inschat. De 35 items van de CBSA zijn onder te verdelen in zes subschalen: Schoolvaardigheden, Sociale acceptatie, Sportieve vaardigheden, Fysieke verschijning, Gedragshouding en Gevoel van eigenwaarde.
De CBSA wordt uitgegeven door Pearson en kost €200,- incl. BTW.

Cotanbeoordeling
Uitgangspunten bij de testconstructie: goed
Kwaliteit van de testmateriaal: goed
Kwaliteit van de handleiding: goed
Normen: goed
Betrouwbaarheid: voldoende
Begripsvaliditeit: goed
Criteriumvaliditeit: onvoldoende (geen onderzoek)

Eigen ervaring:
Zelf ben ik groot fan van korte vragenlijsten die snel een goed profiel geven van hoe een kind zichzelf of de wereld om zich heen beleeft. Soms vinden cliënten het toch lastig om dingen te vertellen. Het voordeel van de CBSA is dat de afname niet lang duurt en ook het scoren eenvoudig gaat met de bijgeleverde mallen die men over de antwoorden heen legt. Tevens is het prettig dat het testboekje een doordrukmethode hanteert om de aangekruiste stelling meteen op het antwoordblad over te nemen. Wanneer je de vragenlijst terug bespreekt herkennen ouders en pubers zich doorgaans in het profiel.

Categorieën
Artikelen

Passend onderwijs: haalbaar?

Na al enkele keren bericht te hebben over de plannen van het kabinet voorpassend onderwijs en de ophef die deze plannen veroorzaken, nu maar weer eens een bericht met de huidige stand van zaken.

Waar gaat het nu allemaal om? Eind januari 2011 werd bekend dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een structurele bezuiniging van 300 miljoen moeten doen. Een start zou al in 2012 gemaakt moeten worden door 50 miljoen te bezuinigen. Deze bezuiniging is nu uitgesteld. De minister en de staatssecretaris willen eerst meer draagvlak creëren alvorens ze hun plannen door de tweede en eerste kamer heen loodsen. Nu is het de bedoeling dat in 2013 100 miljoen bezuinigen oplopen naar 200 miljoen vanaf 2015 (www.psynip.nl, dd 19-04-2011).
Concreet omvat de bezuiniging 3 uitgangspunten:
1. Bezuinigingen op bureaucrat9ie, projecten en aanvullende bekostiging (o.a. door het afschaffen van de REC’s en afschaffen bekostiging steunpunten autisme)
2. Minder uitgeven aan ambulante begeleiding
3. Besparen door grotere klassen in het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Om dit tot een goed einde te brengen moeten het onderwijs en de zorg, welke door de gemeenten straks beheerd worden, beter gaan samenwerken (nieuwsbrief NJI, dd maart 2011).

Op papier klinkt dit enigszins acceptabel en wanneer je niet werkt in deze sector of kinderen hebt die onderwijs volgen, kun je je misschien wel achter deze bezuinigen scharen. Echter, wanneer je praat met mensen uit dit vakgebied, of ouders spreekt die zich nu al zorgen maken over de grootte van de klassen en over de leerkrachten die moeite hebben met zorgleerlingen, kom je tot een geheel andere conclusie. Wanneer ik de discussie aanga met onderwijzers van vroeger (jaren ’60, ’70, ’80), dan krijg ik te horen dat leerkrachten nu niet meer boven de groep staan. Wanneer ik kritisch doorvraag hoe zij zouden omgaan met “probleem-leerlingen”, de zogeheten Rugzak-kinderen, dan geeft men aan dat deze kinderen helemaal niet in het regulier onderwijs moeten zitten. Oftewel: de plannen van Weer Samen Naar School van een aantal jaar geleden zijn niet goed. Ook familieleden geven aan dat vroeger de klassen veel groter waren, dus waar maak ik me dan druk om? Zij zijn toch ook goed terecht gekomen?

Deze discussiepunten meegenomen, ga ik ’s maandags weer aan het werk als kinder- en jeugdpsycholoog. Ik zie verschillende clientjes die het toch moeilijk hebben in het onderwijssysteem zoals we dit nu kennen. De klassen zijn te groot, de leerkrachten zijn nu vaak duo-banen en beide leerkrachten zitten niet op één lijn wat betreft aanpak, overspannen leerkrachten in het speciaal onderwijs, etcetera. En tegelijkertijd zie ik een verdrietig kind dat niet naar school wil, klaagt over hoofd- en buikpijn en blij is dat ik hem of haar wel begrijp. Met de voorgenomen plannen zie ik het alleen naar somberder in voor deze kinderen. Volgens mij kan het nooit de bedoeling zijn om het naar school gaan van kinderen vervelender te maken. Aan de andere kant zitten natuurlijk de leerkrachten die zich ook al ernstig zorgen beginnen te maken hoe zij – binnen hun eigen mogelijkheden – nog les kunnen geven wanneer er zoveel bezuinigd wordt.

Hopelijk gaat dit huidig kabinet inzien dat je niet zomaar kan bezuinigen.
Wordt vervolgd…….

Categorieën
Nieuws

ADHD-gen ontdekt bij kinderen

Koreaanse biomedici hebben een genetische variant ontdekt die een rol lijkt te spelen bij het ontstaan van ADHD. Acht op de tien aangedane kinderen zouden deze variant in hun DNA bij zich dragen, tegen minder dan één op de tien gezonde leeftijdgenoten.

De wetenschappers bekeken bijna vierhonderd kinderen, van wie de helft ADHD had. Hun verdenking ging uit naar één gen: GIT1. Dit gen is betrokken bij de overdracht van signalen tussen zenuwcellen. De Koreanen stuitten op acht versies van het gen. Eén van die versies verdubbelde ruim de kans op ADHD, meldden de deskundigen gisteren in het vakblad Nature Medicine.

Om de oorzakelijke rol van de verdachte DNA-variant verder te bewijzen, kweekten de Koreanen muizen die ermee belast waren. De helft van deze dieren ging kort na de geboorte dood. De muizen die in leven bleven, waren twee keer zo druk als normaal. Ze hadden ook leer- en geheugenproblemen, net als kinderen met ADHD. De dieren kwamen van hun klachten af met ADHD-medicijnen. Eenmaal volwassen groeiden ze er overheen, net als de meeste mensen.

De Koreanen stellen dat ze een heuse ‘ADHD-muis’ hebben ontwikkeld: een nieuw onderzoeksmodel. Maar hebben ze ook dé oorzaak van ADHD blootgelegd? “Nee, daarvoor verhoogt hun DNA-variant de kans op de aandoening bij mensen te weinig”, reageert Jan Buitelaar, hoogleraar psychiatrie en ADHD-kenner in het UMC St Radboud in Nijmegen. “Je ziet niet voor niets dat ook gezonde kinderen deze variant bij zich dragen.”

De ontdekking past volgens de hoogleraar wel mooi in het beeld dat wetenschappers tegenwoordig over ADHD hebben. Er lijken tientallen veel vóórkomende genetische varianten te bestaan die elk de kans op ADHD licht verhogen. Hoe meer van die varianten een kind bij zich draagt, des te groter het risico. In theorie kunnen er ook mutaties bestaan die vrijwel altijd tot ADHD leiden, maar die zijn waarschijnlijk uiterst zeldzaam.

Na diverse grote genetische studies die bij kinderen met ADHD gedaan zijn, zit de wetenschap nu opgezadeld met zo’n 85 genen die ‘iets’ met ADHD te maken hebben. Maar wat precies?

De Nijmeegse promovendus Geert Poelmans heeft geprobeerd daar helderheid over te krijgen. In het American Journal of Psychiatry van deze maand veegt hij alle kennis bij elkaar. Hij concludeert dat 45 van de 85 genen een rol spelen bij de aanleg van de hersenen. Ze regelen de uitgroei van zenuwuitlopers en de vorming van netwerken tussen zenuwcellen. Ze bepalen kortom de bedrading in het brein, en daarmee de mogelijkheden voor interne communicatie.

Hoogleraar Buitelaar: “Vijftig jaar lang heeft de wetenschap vooral gekeken naar boodschapperstofjes waarmee zenuwcellen communiceren. Dat heeft wel wat opgeleverd, waaronder de huidige geneesmiddelen voor psychische aandoeningen. Maar we denken nu dat we het meer moeten zoeken in de aanleg van netwerken in het brein.” Het is de vraag of dit inzicht zal leiden tot meer begrip voor de gedragsstoornis. “Sommige mensen vinden ADHD sowieso flauwekul. De drukte van een kind hangt volgens hen vooral af van sociale omstandigheden. Wij zeggen dat ADHD in de netwerken van het brein zit, maar we kunnen het niet op een scan aanwijzen. Dat blijft voorlopig een probleem.”

Bron: Trouw.nl 18/04/2011

Categorieën
Test review

Test Review: Autisme- en Verwante stoornissenschaal-Z Revisie (AVZ-R)

Informatie van de testuitgever
De AVZ-R is een observatieschaal voor screening van autisme- en verwante contact-stoornissen bedoeld voor mensen met een diepe, ernstige, matige en lichte verstandelijke beperking. De AVZ-R is opgebouwd uit 12, deelssamengestelde items met dichotome antwoordmogelijkheden.
De AVZ-R wordt uitgegeven door Pearson en kost €90,- incl. BTW.

Cotanbeoordeling
Uitgangspunten bij de testconstructie: goed
Kwaliteit van de testmateriaal: goed
Kwaliteit van de handleiding: goed
Normen: goed
Betrouwbaarheid: goed
Begripsvaliditeit: goed
Criteriumvaliditeit: voldoende

Eigen ervaring:
Ook met de AVZ-R heb ik voor het eerst kennis mee gemaakt. Het is een vragenlijst die snel te scoren valt. Ik heb hem afgenomen bij groespleiding die goed zicht hebben op het gedrag van kinderen. Persoonlijk lijkt het wat misleidend dat de test bij diepe en ernstige verstandelijke beperking claimt goed te kunnen differentiëren. Dat de test dit kan wordt ondersteunt door de Cotanbeoordeling. Zelf ben ik van mening dat dit bij deze groep mensen toch lastig is. Het grote voordeel is dat men heel snel een goede screening heeft of er sprake kan zijn van autisme. Tevens is dit één van de weinige testen die nadrukkelijk rekening houdt met de verstandelijke vermogens van de cliënten.